Freelancen leek mij vré-se-lijk! Dit is waarom ik er toch aan begon
Tegenwoordig ben ik dan wel een cheerleader voor het freelance leven. En coach ik zelfs andere journalisten en schrijvers met het ondernemen. Dat was niet altijd zo. Voordat ik begon, dacht ik zelfs dat het gedoemd was om te mislukken.
Voordat ik begon als freelancer werkte ik namelijk in loondienst. Zo’n 8,5 jaar in totaal. Als redacteur en later als redactiechef en team lead. Werken in loondienst vond ik lekker veilig.
Op een gegeven moment – het bedrijf werd overgenomen, ik was niet meer zo happy met mijn baan – wilde ik wat nieuws. En mensen om mij heen vroegen toen al: “Wil je niet gaan freelancen?” Want dat is natuurlijk best wel gebruikelijk in de journalistiek. Maar nee, dat leek mij drie keer niks.
Freelancen was een plan B
Ik besloot te solliciteren op andere banen. Dat ging goed. Tot twee keer toe bleef ik tot de laatste ronde over. Maar ook twee keer werd het die andere persoon.
Ik zat in zak en as. Ik wilde weg, maar een baan zoeken zou best lang kunnen duren. Tegelijkertijd wilde ik niet freelancen.
Ik dacht:
– Er is geen werk voor freelance journalisten
– Er is veel te veel concurrentie
– Ik kom er nooit tussen bij redacties
– Redacties zitten niet op mij te wachten
– Als ik, als bij een godswonder, toch een klus vind, betaalt het ruk
– Ik ga nooit rondkomen, ik vind niet genoeg klussen, ik verdien niet genoeg geld, ik beland op straat.
Een boel belemmerende gedachten dus. Waarom ik het uiteindelijk toch ben gaan doen? En hoe het komt dat ik het leuk ben gaan vinden?
Daarover vertel ik in mijn allereerste podcastaflevering. Je luistert het verhaal hier.